Wet herziening partneralimentatie

Als er sprake is van een ongelijke inkomenssituatie bij echtscheiding heeft naar huidig recht nog te gelden dat de verplichting bestaat om gedurende 12 jaar voor de partner die niet in zijn of haar levensonderhoud kan voorzien partneralimentatie te betalen. Echter wordt per 1 januari 2020 de maximale alimentatieduur van de huidige twaalf jaar teruggebracht naar de helft van de duur van het huwelijk tot maximaal vijf jaar vanaf de datum echtscheiding. Met name voor partners tussen de veertig en vijftig jaar, die nog geen vijftien jaar zijn getrouwd, zullen de gevolgen van de wetswijziging groot zijn.

De initiatiefnemers van de wet zijn van mening dat de duur van de partneralimentatie te lang is. Een maximale termijn van twaalf jaar wordt als onrechtvaardig ervaren en weerhoudt ex-partners ervan om na een scheiding het eigen leven op te pakken. Daarmee wil men een nieuw evenwicht creëren tussen de positie van de alimentatiegerechtigde en die van de alimentatieplichtige op een wijze die beide voormalige echtelieden eerder dan thans het geval is in staat stelt om verder te gaan met hun leven en met een eventuele nieuwe partner zonder dat er nog sprake is van een alimentatieverplichting jegens een ex-partner.

Bepalend voor de toepassing van de verkorte duur van de partneralimentatie, is de datum dat het echtscheidingsverzoek is ingediend bij de rechtbank. Indien de echtscheidingsaanvraag is gedaan op 20 december 2019 en de scheiding eindigt definitief op 1 april 2020, dan geldt nog steeds de oude regeling, dus met de langere duur tot 12 jaar. Per 1 januari 2020 wordt de maximale alimentatietermijn de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar. Hierop zijn echter vier uitzonderingen:

Uitzonderingen:

Op de regel van maximaal vijf jaar partneralimentatie, gelden een aantal uitzonderingen.

1. Jongste kind jonger dan 12 jaar 

De alimentatieontvanger die voor de kinderen zorgt, houdt minimaal recht op partneralimentatie totdat het jongste kind 12 jaar is.

2. Huwelijken langer dan vijftien jaar

Als het huwelijk langer heeft geduurd dan vijftien jaar en waarbij de alimentatieontvanger tien jaar voor de AOW-leeftijd zit, kan de alimentatieplicht doorlopen tot de pensioendatum.

3. 50-plussers

Alimentatieontvangers die 50 jaar of ouder zijn en die langer dan vijftien jaar zijn getrouwd, hebben maximaal tien jaar recht op partneralimentatie.

4. hardheidsclausule

Er is een zogenaamde hardheidsclausule voor schrijnende gevallen. Hiervan is sprake, als de beëindiging van de partneralimentatie te zeer ingrijpend is, zoals bij ziekte, of blijvende arbeidsongeschiktheid.

Samenloop

Als er een samenloop van omstandigheden is van meerdere uitzonderingen, dan geldt de langste termijn. Alle genoemde termijnen zijn maximale termijnen. De rechter kan op verzoek een kortere termijn vaststellen, net zoals hij dat kan op grond van de huidige wet. Daarnaast blijft het zo dat de draagkracht van de alimentatieplichtige en de behoefte van de alimentatiegerechtigde van belang zijn bij de vraag of een alimentatieverplichting wordt toegekend. Ook daarin verandert het wetsvoorstel niets aan de huidige systematiek.

Overgangsrecht

Lopende alimentatieverplichtingen worden niet geraakt door de nieuwe wet. De nieuwe regels zijn slechts van toepassing op een uitkering tot levensonderhoud die op of na het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet herziening partneralimentatie tussen partijen is overeengekomen of waarbij het inleidende verzoekschrift is ingediend op of na inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Dit is ook het geval indien voor de inwerkingtreding van de wet door de rechter is vastgesteld of door partijen is overeengekomen dat geen bijdrage in het levensonderhoud is verschuldigd (bijvoorbeeld omdat ieder in het eigen levensonderhoud kan voorzien) en na inwerkingtreding van de wet alsnog een verzoek tot een bijdrage in het levensonderhoud wordt ingediend dan wel een bijdrage wordt overeengekomen. Ook dan is op deze bijdrage in het levensonderhoud de oude wet van toepassing.

Wijziging fiscale aftrek

Tevens moet men erop bedacht zijn dat met ingang van 1 januari 2020 de fiscale aftrekbaarheid van de partneralimentatie stapsgewijs zal worden verlaagd. Partneralimentatie is fiscaal aftrekbaar voor de alimentatiebetaler. Op dit moment is de aftrek voor partneralimentatie maximaal 51,95%. De regering gaat de maximale belastingaftrek van 51,95% in de komende jaren afbouwen naar een aftrek van 37,05% in 2023. De afbouw van het aftrekpercentage ziet er dan als volgt uit: 2020 (46%), 2021 (43%),2022 (40%), 2023 (37%). Vooral de hogere inkomens (>€ 68,500,-) hebben minder belastingvoordeel door deze wijziging.

Er bestaat nog enige onduidelijkheid over de situatie waarbij het verzoek tot echtscheiding is ingediend vóór 1 januari 2020, zonder dat hierbij direct al om partneralimentatie wordt verzocht. De vraag is dan welke termijn van toepassing zal zijn indien vervolgens na 1 januari 2020 om partneralimentatie wordt verzocht. Hoewel de initiatiefnemers van de wet lijken te hebben bedoeld dat in deze situatie de oude wetgeving geldt, zal de rechtspraktijk dit moeten uitwijzen.

Heeft u vragen over het recht op partneralimentatie danwel vragen over wijziging van de partneralimentatie dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met ons kantoor. Wij helpen u dan graag verder.